Gisteren heeft Minister Hoekstra van Financiën heeft de Miljoenennota en de Rijksbegroting 2021 aangeboden aan de Tweede kamer. Lees hier meer over de boodschap en de plannen van het kabinet.
Gisteren heeft Minister Hoekstra van Financiën heeft de Miljoenennota en de Rijksbegroting 2021 aangeboden aan de Tweede kamer.
Algemene boodschap van Prinsjesdag 2020
De algemene boodschap op Prinsjesdag was dat het Coronavirus enorme wereldwijde gezondheids- en economische crisis heeft veroorzaakt, zo ook in Nederland. Nu een deel van de contactbeperkingen is opgeheven, is de economie deels teruggeveerd. Nederland doet het zelfs iets minder slecht dan veel andere landen. Ondanks dat Nederland het relatief goed doet in vergelijking met het buitenland, is de schade fors en moet deze zich nog grotendeels manifesteren: om hun continuïteit te waarborgen, zijn veel bedrijven alsnog aan het saneren en reorganiseren. De verwachting is dat komende tijd het aantal faillissementen toe zal nemen en dat de werkloosheid verder oploopt. Dat betekent ook schade aan menselijk en immaterieel kapitaal. De verwachting van het Centraal Planbureau (CPB) is dat de Nederlandse economie over heel 2020 gemiddeld uitkomt op een ongekende krimp van 5%. In feite zitten alle relevante onderdelen van de economie, op de overheid na, in de min. De wereldwijde recessie zorgt voor een sterke afname van de export (-5%), de consumptie gaat door lockdowns en verminderd vertrouwen onderuit (-6%) en de investeringen dalen zelfs met maar liefst 8%.
De coronacrisis zal ook in 2021 veel extra blijven vragen van de zorgsector. In 2020 en 2021 maakt het kabinet € 6,7 miljard extra vrij voor crisismaatregelen. Er komt onder meer € 300 miljoen beschikbaar voor testcapaciteit. En € 305 miljoen voor extra IC-capaciteit.
Enkele algemene plannen van het kabinet voor 2021 kort samengevat
Er is door het kabinet een bedrag gereserveerd van € 1 miljard voor lastenverlichting. Hiervan is de helft gereserveerd voor de verlaging van de eerste schijf van de inkomstenbelasting. De andere € 500 miljoen is voor arbeidskorting. Hierdoor hoeven werkenden over een kleiner deel van hun inkomen belasting te betalen.
De voorspelling is dat de koopkracht van een gemiddeld huishouden volgend jaar 0,8 procent vooruit gaat. De werkenden gaan er het meest op vooruit: 1,2 procent. Uitkeringsgerechtigden winnen 0,5 procent aan koopkracht en gepensioneerden 0,4.
Grote bedrijven krijgen te maken met een tegenvaller. De eerder aangekondigde winstbelastingen worden niet verlaagd van 25 naar 21,7%. De winstbelasting blijft voor grote bedrijven gelijk. Voor kleinere bedrijven wordt de winstbelasting wel verlaagd.
Het belastingvoordeel voor kleine ondernemers (de zelfstandigenaftrek), wordt sneller afgebouwd dan eerder gedacht. Hiermee wil het kabinet het fiscale verschil tussen zelfstandigen en mensen in loondienst kleiner maken.
Het kabinet begroot € 500 miljoen voor de bestrijding van de coronacrisis in “kwetsbare landen”.
Om te investeren in de groei en het behalen van de klimaatdoelen van Parijs, wordt voor de komende 5 jaar jaarlijks € 4 miljard begroot voor het Nationaal Groeifonds/WopkeWiebesfonds.
Enkele branche gerelateerde plannen van het kabinet voor 2021 kort samengevat
Het project Risico-inventarisatie en-evaluatie (RI&E) van het Ministerie van SZW met als doelstelling de naleving van de wettelijke verplichting van de risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E) te stimuleren, zal verder worden uitgerold.
In oktober dit jaar zal het Ministerie van SZW een adviesaanvraag doen aan de SER in de vorm van een hoofdlijnennotitie. Deze notitie zal gaan over de inrichting en vormgeving van het beleid voor gezond en veilig werken tot 2040. Daarnaast zal aan de SER worden gevraagd een leidraad te formuleren voor de ontwikkeling van het beleid voor gezond en veilig werken tot 2040. Belangrijke aspecten daarvan zijn het beleid ten aanzien van kleinere bedrijven, preventie, duurzame arbeidsinzet en toegang tot bedrijfsgezondheidszorg voor alle werkenden. Het kabinet zet daarbij in op een Europees beleid voor het vaststellen van grenswaarden voor gevaarlijke stoffen.